Ik ben een echte taalpurist. Oké, ik maak ook wel eens een foutje, maar tijdens mijn studie aan de Vertaalacademie heb ik keurig alle regeltjes van de Nederlandse spelling en grammatica geleerd. In de jaren dat ik als vertaler werkte, heb ik deze regels dan ook altijd braaf toegepast. Maar toen werd ik webredacteur. En als webredacteur moet ik SEO-teksten schrijven. En laten de gangbare opvattingen over SEO nou niet in alle opzichten stroken met de regels van het Nederlands. Nu rees bij mij de vraag: is het onmogelijk om een foutloze edoch zoekmachinevriendelijke tekst te schrijven? Ik onderzoek het in dit blogartikel.
Even terug naar de schoolbanken: de samenstelling
Ongetwijfeld heb je op school geleerd dat het Nederlands een taal vol samenstellingen is. Onze taal staat bol van de zelfstandige naamwoorden die bestaan uit aan elkaar geplakte bijvoeglijke en zelfstandige woorden. Denk bijvoorbeeld aan langeafstandloper, openbaarvervoersmaatschappij, hogesnelheidstreinenterminal en natuurlijk de alom bekende hottentottententententoonstelling. In bepaalde gevallen mag je wel creatief zijn met streepjes om het woord beter leesbaar te maken, maar in principe is de regel: alles aan elkaar. Het Genootschap Onze Taal legt de regels nog eens duidelijk uit in dit taaladvies.
Bedoelde u: “zoekmachine optimalisatie”
Onder invloed van het Engels zijn steeds meer mensen onze geliefde samenstellingen los gaan schrijven. Onjuist spatiegebruik levert soms hilarische fouten op, zoals te lezen valt op de website Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS). Onjuist spatiegebruik maakt deel uit van wat gekscherend de Engelse ziekte wordt genoemd. Een voorbeeld: de correcte vertaling van het Engelse search engine optimization (SEO) is zoekmachineoptimalisatie. Toch zullen de meeste mensen zoekmachine optimalisatie opschrijven. Google het maar eens: “zoekmachineoptimalisatie” (tussen aanhalingstekens) levert 94.800 resultaten op, tegenover 457.000(!) voor “zoekmachine optimalisatie“. Sterker nog, Google is zo brutaal om te vragen of je niet toevallig zoekmachine optimalisatie bedoelde. Dat doet toch pijn aan je taalpuristenhart?
Een vicieuze cirkel
Onjuist spatiegebruik is natuurlijk je reinste taalverloedering. Met de komst van internet is deze verloedering in een vicieuze cirkel terechtgekomen. Dat zit zo: steeds meer bijdragers aan ‘t internet trekken samenstellingen uit elkaar omdat ze de regels niet kennen. Hun bijdragen worden gelezen door duizenden internetters, die zelf de regels ook zijn vergeten en hierdoor denken dat dit is ‘hoe het heurt’. SEO-tekstschrijvers zien op hun beurt weer dat steeds meer van die internetgebruikers de spatierijke schrijfwijze intikken in Google. Dus wat doen de SEO-tekstschrijvers? Juist, ze gebruiken deze foutief gespatieerde trefwoorden om ervoor te zorgen dat meer mensen op hun websites terechtkomen en hun websites beter ranken in Google. Zo komen er dus steeds meer los geschreven samenstellingen bij, die ook nog eens hoog ranken, waardoor weer meer mensen denken dat het zo hoort, waardoor… enfin, je snapt ‘t.
De kwestie SEO
Hier dient zich dus het SEO-probleem aan. Wie een zoekmachinevriendelijke tekst wil schrijven, onderzoekt eerst verschillende factoren: welke zoekopdrachten typen Googlegebruikers in en hoe groot is de concurrentie voor die trefwoorden? Op basis van deze analyse kiest de SEO-tekstschrijver de trefwoorden waarmee de kans op een hoog rankende tekst zo groot mogelijk wordt. Anne legt in dit blogartikel helder uit hoe je een dergelijke trefwoordanalyse voor SEO-teksten uitvoert.
Visgraat parket
Nu is de kans groot dat je tijdens je trefwoordanalyse tegen onjuist spatiegebruik aanloopt – een schakel in de eerdergenoemde vicieuze cirkel. Zo voerde ik eens een trefwoordanalyse uit naar verschillende zoektermen met betrekking tot parket. Tot mijn grote ontsteltenis ontdekte ik dat de term visgraatparket een veel lagere KEI-score had dan visgraat parket. Er waren wel wat creatieve, hetzij foeilelijke oplossingen te bedenken (“Houdt u van visgraat? Parket is wat u zoekt?”) maar laten we eerlijk wezen: daar wordt niemand blij van, niet in de laatste plaats de lezer. Ik dacht dus gedoemd te zijn bij te dragen aan de verloedering van onze prachtige taal. Of toch niet? Gloort er hoop aan de SEO-horizon? Is het einde van het lijden der taalpuriteinen in zicht?
Google to the rescue
Kort gezegd: ja. Of eigenlijk, waarschijnlijk wel. Tot voor kort moesten we allerlei kunstgrepen toepassen om zoekmachinevriendelijk én taalbeschermend te werk te gaan. Maar Google wordt steeds slimmer en is steeds beter in staat de verschillende delen van samenstellingen te herkennen. Om nog even terug te komen op het visgraatvoorbeeld: als je visgraatparket (zonder aanhalingstekens) intikt, biedt Google je tegenwoordig beide schrijfwijzes aan. Kijk maar:
Een paar jaar geleden deed Webcertain Group een onderzoekje naar SEO in het Duits, een taal met hetzelfde samenstellingenprobleem als het Nederlands. In dit blogartikel valt te lezen dat Google in 2014 al in 70% van de samenstellingen met en zonder spatie dezelfde pagina’s toonde in de top 10. 30% van die pagina’s had zelfs dezelfde ranking. Inmiddels is de technologie alleen maar verbeterd. Bovendien is de afgelopen jaren in SEO-land steeds meer de regel gaan gelden dat je niet voor de zoekmachines moet schrijven, maar voor de lezer. Als de content van goede kwaliteit is, wordt je site hiervoor beloond in de zoekresultaten. En laat correct taalgebruik nou zowel de lezer als het Nederlands dienen.
Een hele geruststelling
Googles wegen zijn ondoorgrondelijk, maar de zoekmachine is in de afgelopen jaren steeds beter in staat geworden de verschillende delen van samenstellingen te herkennen. Zo kan Google tegenwoordig de juiste zoekresultaten laten zien, ongeacht het spatiegedrag van degene die de zoekopdracht invoert. SEO-tekstschrijvers hoeven dus geen slaven meer te zijn van de trefwoordanalyse, maar mogen het Nederlands in ere houden. Een pak van mijn puristenhart!